Via Moskou, waar het flink sneeuwt, meer dan vijftien minuten recht in zo’n luchthaven bus, naar een verder stuk van de airport, overstappen en zo naar Phuket waar we na een bochtige rit van 45 minuten onze intrek nemen in het Seaview Hotel in Patong.
We krijgen een verjaardag ritueeltje aangeboden voor mijn eega’s verjaardag. Daarna lunch, siësta, post-vliegtuig massage en een exotisch buffet, maar we zijn té jetlagged om op stap te gaan. Toch even naar het terras. Een gitarist speelt er. Allerlei popballads passeren de revue. Je mag aanvragen doen. Ik vraag ‘Have I told you lately” aan van Van Morrison, onze huwelijksdans. Kent hij niet. “Kom morgen”, zegt hij. “Ikke speel voor u”. De volgende dag gaan we er een afzakkertje drinken. We zijn er alleen. Ik ga naar hem. Er volgt een vlekkeloze versie.
Ik wil in het nu leven, weg van de waan van de dag. Op mijn iPad lees ik dat de NV-A de regering verliet voor iets ‘Marrakesh’ geheten. Ik zucht en stap naar buiten, adem de zwoele nachtlucht in en slaap nadien, met niks om het lijf, een heerlijke nacht lang.
De volgende ochtend wandelen we naar het centrum van Patong. Eerst en vooral op zoek naar een nieuwe leesbril die bij de bagagecontrole stuk ging. Mijn vrouwtje doet zich tegoed aan vers gekookte krab met rijstnoedels. Voor haar wordt het een veelvuldige ‘krabbig’ verblijf, en terecht. Ze eet bijna elke dag een krab terwijl ze dan mondvol verorberend ‘man, man, man’ mompelt. Krabsla en scampi’s zullen thuis dus een tijdje uit de gratie zijn. Want ook de tijgergarnalen hier zijn vers, groot, goedkoop en… overal. Het wordt ook een tijd met volop massages voor slechts 250 baht (= 7,15€).
Met de tuktuk keren we ’s avonds terug naar Bangla Road vol paaldansende, schaars geklede meisjes in uniformpjes van pakweg stewardessen of verpleegsters.
Zeg maar, het wervelende erotische uitgaanscentrum van Phuket. Het bruist en in een kakofonie van licht en muziek dienen allerlei verleidingen zich aan: leuke drank- eet en, hmmm, ontmoetingsplekjes. We vergapen ons aan de bijwijlen ongelooflijk knappe (weliswaar plastic)
shemales oftewel ladyboys. Die wat graag met ons op de foto willen en ons uitnodigen voor hun travestie- en striptease-show, waarvoor we beleefd bedanken. Wel een vreemd gevoel. Me laten omringen met vrouwelijk schoon ‘begenadigd’ met een Big Bonus. Vervang de B door een D en je hebt bijna een ‘Dig Donut’.
Maar laat ons een kat een kat noemen. Dit is een red light district. Vanaf zonsondergang wordt deze straat en enkel zijstraten gesloten voor het verkeer en dan barst het uit in een 400 meterslange zone waar gogogirls dansen, of beter, wat staan verveeld te bewegen rond een paal op een open verdieping van lounge bars, met volop flikkerende neonlichten en luide muziek. Met overal rare types, straatartiesten, freaks en verkoopsters van ‘van alles’. En waar vooral street food en liters bier de hoofdzaak blijken. Ergens verder is er ook een gay place. Kortom, night life rules everywhere. En verder is er voor de shoppers, naast the usual souvenirs, eigenlijk enkel batik en zijde misschien de moeite waard.
Relax time. Vanuit onze kamer kunnen we rechtstreeks een zwembadje in. Zonnen is alleen ‘s ochtendvroeg doenbaar. Opeens slagregent het. Maar de hitte blijft. De alomtegenwoordige vochtigheidsgraad brengt een terroriserende geur teweeg dat door alles heen gaat. Je kent die geur wel. Dezelfde van natte kleren die iets te lang in een zak zaten. En er is ook de geur van ongediertebestrijding.
******************************************************************************
Tussendoortje: Siam en Babylon: Thailand, spraakverwarring en verwondering.
Ik kom ergens binnen. Een piepstem zegt. ‘Hello!’ Ik zie niemand. En vraag: Where are you? Antwoord uit het niets: I’m fine and you?
“Where you from? Belgium! Belgium? Oh, good, I have a friend who is specialised in tailor made suits”. Que?
Een Rus bestelt aan de bar: An ice tea please. Barman fronst voorhoofd, schept ijs en loopt naar de warmwatertheemachine. Rus: Nooooooo!!! Chaos over en weer. Iphone pictures erbij. Barman: We can make it. Rus: Peach? ...... Einde: Rus drinkt pina colada.
Ik passeer de Coco Pool Bar. Een bargirl herkent me en roept lachend spontaan: Happy hour! Happy Thailand!
Thai massage. Het meisje begint, gaat op me zitten, vraagt: You want Bam? Ik in paniek. We zijn in Happy Thailand. Ik had ergens gezien: with oil is iets duurder. Ik: No. I just want oil. Zij: You don’t need oil, but Bam! Ik: Heu, oké? Even later, een heerlijke geur van eucalyptus. Bam = balsem.
Ze knijpt zich te pletter op mijn rug. Pijn! Ik ben een ruglijder en zit vol pijnmijnen. Allerlei kreungeluiden ontsnappen me spontaan: ie, oe, aa... Als ze aan mijn benen werkt, is het draaglijker en ben ik stil. Tot ze zegt: When will you ie oe aa again?
******************************************************************************
Om 6:00 uur rijden we naar Phuket Town aan de ander kant van het eiland, naar een kleine zijzee van de Andaman Sea, deeltje van de Indische Oceaan, waar we per ferry gaan oversteken met sunburn protection, een zonnebril en hoed op tegen de koperen ploert. Er heerst chaos bij het inschepen van de vrij rassenverscheidene passagiers.
De Phi Phi Isles bestaan uit zes eilandjes (zowat 48 km van Phuket). We varen rondom het fameuze Phi Phi Lee, bekend door de film “The Beach” met Leonardo Di Caprio, gefilmd rond de prachtige Maya Bay. Waarna aldaar een verwoestende toerisme-explosie volgde en de regering besloot de bestemming te sluiten om de natuur te laten recupereren. Samen met hoofdeiland Phi Phi Don, waar we gaan verblijven, wordt het beschouwd als een Nationaal Park. Wereldberoemd qua duiklocatie. De zichten zijn ongelooflijk prachtig. We zweten en voelen ons verbranden.
Eens aangekomen moeten we in zo’n typische longtailboat stappen waar vooraan alle bagage
gewoon op elkaar gestapeld wordt. En dan verrassing: we moeten voor het strand van het hotel van het vaartuig kruipen langs een onmetelijk laddertje, recht in de zee en met onze schoenen in de hand kniehoog naar het strand waden. Bay View Resort Phi Phi ziet er niet eens als een hotel uit.We krijgen een huisje met balkon, lichtjes uphill maar wat een paradijselijke plek. We maken een gezellige avondwandeling. Dit eiland Phi Phi Don, met een zandloperachtige oppervlakte, is op alle vlak een wonder. Schilderachtige rotsformaties, uitbundige natuur, grillige bomen, nooit geziene bloemen en planten. En parelwitte stranden leidend naar kristalhelder water met bijzondere koraalriffen.
Maar het tropische, idyllische karakter kwijnt duidelijk, door het stilaan woekerende toerisme, weg van het oorspronkelijke en authentieke leven van ooit. Waar dit eiland eerst qua toerisme een hippiedom was met alle decadentie, zoals de vollemaan ceremonies op het strand met openlijke seks en drugs, is dit nu zelfs dat, nou ja, unieke aspect aan het verliezen. Een Full Moon Party op een Phi Phi eiland wordt beschouwd als een unieke ervaring waar de levendige energie van het strand de betoverend gloed van de maanverlichte hemel ontmoet. Als de zon ondergaat verandert het eiland dan in een pulserend centrum van muziek, dans, vuur en vriendschap, dat trekkers van over de gehele wereld aantrekt. De hippieachtige elementen zijn nog wel aanwezig. Even wandelen buiten het dorp langs de kustlijn en de stranden met vergezichten op de andere, kleine Phi Phi’s, verzoenen me meteen weer met dat aardsparadijselijke gevoel. En ja, die Thaise keuken… Mijn avondmaal is een Tom Yan Gung. Ik geef het een score van 11/10.
Toch weer even Absurdistan. Aan de Phi Phi Beach Strip in restaurant Charkov met een lucht van zee, verse en gebarbecuede vis en zeevruchten, zingt een gitarist (we zijn 9 december) in het Thais: ‘I’m dreaming of a White Christmas’.
Phi Phi Don is geen bestemming voor luxe-junkies, alleen al in de zee stappen en de wat primitieve handelingen errond, zijn redelijk oncomfortabel maar wat een ervaring. De eerder basic accommodatie, veel hout, geen hoogbouw, is zelfs een troef binnen het kader van de unieke schoonheid van dit landschappelijk natuurwonder. Trouwens, ondanks de tsunami-ellende die ze in 2004 doorstonden, hebben ze hier zichzelf heruitgevonden en heropgebouwd . Al blijven ze vrij afhankelijk van invoer vanwege hun toch vrij geïsoleerde ligging. En zeker de uitdaging van het stijgend aantal toeristen i.k.v. milieu, duurzaamheid en een algemene draagbaarheidsfactor. Maar het moet gezegd, de aansporingen i.v.m. het vermijden van vervuiling en het kanaliseren van sluikstorten, wordt op allerlei manieren duidelijk gemaakt… De signalisaties tegen afval en vuilnis schreeuwen ons, om elke hoek, toe.
Ik interview de hotelmanager. Ze bekent dat het een moeilijke evenwichtsoefening is om materiële welvaart in balans te houden met een zekere pure levenskwaliteit. En de jeugd zakt af naar een McDo attitude. Wraakroepend met zo’n gevarieerde, gezonde keuken. Moeten beperkingen opgegeven worden voor meer comfort? De enige toegift hier zijn golfkarretjes. Bagage en andere zaken worden vervoerd met een shalee (stootkar). Daartegenover erkent ze dat de kennis van het Engels hier eigenlijk ontoereikend is voor een land dat al decennia een toeristenmagneet is.
De volgende dag bestaat uit zand, zee, kokosnoot- of andere tropische drankjes, zwemmen, zonnen, genieten. Ik wandel en klim naar hét uitzichtpunt Monkey Beach, maar zie er geen apen. Genoeg instagrammabele foto’s daarentegen…
We reizen verder naar Krabi. Dat betekent dat we weer moeten waden naar die lange boot
terwijl lokale dragers onze bagage op hun schouders overbrengen. Op de Ao Ton San Pier van Koh Phi Phi Don stappen we in op een soort ferry’tje die ons oostelijker naar Krabi zal brengen. De mini-eilanden en rotsformaties en al hun grillige pracht zijn opnieuw op zich de trip waard. Dan wordt het weer even avontuurlijk. We zagen al dat de ebbe soms hallucinante zandvlaktes begon bloot te leggen en de zee wonderlijk veranderde. En ja, we moeten midden op zee even overstappen naar kleinere (ondiepere) tenders met alle gesjouw en over elkaar grabbelende mensen vandien. Langs een nog nauwe geul bereiken we dan een kleine kade. Gelukkig reiken ze ons altijd een helpende hand.
Het hotel bij Ao Nang Beach heeft niet eens buitenmuren, wat betekent dat binnen jolige vogeltjes ons vrij om de oren vliegen. Opvallend is wel dat er opeens +10% service én 7% VAT wordt bijgeteld. Nergens voorheen. Tiens. Ik bestel een Pad Thai Goong. Traditional Thai style fried noodles with praws, bean sprouts (sojascheuten) bean curd (tofu) wrapped with egg nest. Bekend, populair internationaal Thaigerecht. Maar de ‘twist’ en kruiding zijn uniek. Ik leer er ook de kruidentakjes met de prachtige naam ‘morning glory’ kennen.
En weer eens hilarisch: de aanduidingen in toiletten (zie foto’s). ‘Verboden voeten te wassen in het toilet’. Of: ‘Do not stand on the toilet seat’. Boete: 100 Baht (2,86€). En wat denkt u van: ‘Do not wash dishes in the toilet’. Logischer dan weer: ‘Papier in de emmer’. Want, zoals overal in Azië, zijn de rioleringen niet zoals bij ons. Eveneens bijzonder is de citronella (tegen de muggen) die op elke tafel staat op eetplekken. In onze kamer staan ze zelfs in de minibar, betalend, ter beschikking.
Railay, het betoverende schiereiland vlakbij is de niet-te-missen-bijzonderste ‘attractie’ van
deze streek, een droomparadijselijke plek, omringd door een kalme zee van helder lichtblauw, doorschijnend water vol visjes, langs zacht glooiende stranden of daarentegen dramatische kalksteenrotsformaties.
We varen naar Railay West Beach, beschouwd als een van de mooiste stranden ter wereld, enkel bereikbaar per pruttelende longtailboot. En dat is ook zo: die imponerende kliffen, die strook poederwit zand, afgezoomd met wuivende kokospalmbomen en hier en daar enkel een drank- of eetstalletje. We struinen langs die heerlijk kustlijn, die onbeschrijfelijke rotsformaties en metershoge palmbomen.
Of neem Ao Phra Nang, waar klimmers ondersteboven bungelen aan dramatische rotsflanken en waar apen uit je hand eten. Deze afgelegen baai van Railay brengt ons via een betoverend kronkelend wandelpad doorheen stukken jungle en halfopen bizarre rotsen en spectaculaire spelonken vol inheemse verrassingen: leuke tafereeltjes en lokale creativiteit naast het wandelpad, naar dit klein, door de bijzondere kalksteenformaties gedomineerd strand, afgezoomd met een mangrovebos. Op weg naar o.m. … honderden penissen, jawel.
In Princess Cave, en een kleinere grot, ligt het vol opgestapelde, houten gesculpteerde penisvormen in allerlei formaten, soorten en kleuren. Een soort bijgeloof waarbij men dit offert aan Phra Nang, de God van de Vruchtbaarheid. Vooral vrouwen die willen zwanger worden, maar ook vissers hopend op een rijke vangst. Nella wil meteen op de foto. Het voegt een magische touch toe aan deze al uitzonderlijke buitenaards mooie plek. De zachtheid van het zand is onbeschrijflijk en het zicht op die hoge, smalle kalkstenen rotseilanden die net voor de waterlijn ook nog eens ingesneden zijn, is dé unieke attractie rond deze Andaman Baai. Denk ook aan het beroemde James Bond Island boven Phuket hier niet ver vandaan. En in die zee dan nog eens al die tropische vissen, een weelde die ik niet kan meemaken. Snorkelen kan, maar ik ben geen duiker. Nationaal Park Than-bok-Khorani met een prachtige waterval blijkt ook de moeite waard, maar de tijd ontbreekt ons.
Want de volgende dag volgt een lange taxirit naar Khao Lak aan de Thaise westkust, boven
Phuket met een brug verbonden. Een mooie plek die erg aan bod kwam in de recente documentaire van Jan Verheyen over de tsunami aldaar. Ik verwijs i.v.m. de tsunami naar mijn vele ander blogs, o.m. over Sri Lanka, die duiden op de rampimpact maar ook op de heropbouwende veerkracht van de betrokkenen.
Wat een fantastisch hotel: The Water Khao Lak bij Bang Nian Beach. Vanuit onze kamer stappen we zo in een
gedeeld privézwembad. Er verblijven veel Duitsers en Scandinaviërs. De focus ligt op volwassenen, én belangrijk, het hotel is Russian proof.
Hier blijven we vier dagen genieten, vooraleer terug huiswaarts te vliegen. Alleen is er steeds die luxe keuzestress: welke cocktail, mmm, vandaag een Green Day. Of een Stormy Weather met inderdaad een klein verzopen flesje ginger ale in de donkere rum. Of welk leuk restaurantje? Of bar’tje. Naar het strand of een van de zwembaden met poolbar? Nog een verwenmassage? Hangmat-heerlijk toch.
Wat een paradijselijke trip.
Comments